De keukentafel.
Die tafel van toen stond 3 hoog in de keuken. Het was een bijzondere plek waar ik als kind mijn ouders wonderen zag verrichten. Mijn moeder had altijd al een voorkeur voor rare snijbonen, beetje breed, beetje krom en meestal plat. Dan werd de rode snijbonenmolen met een schroefdraad op de tafel vastgezet en kon het snijden beginnen. Daarna leken alle boontjes op elkaar. Allemaal hadden ze witte binnenkantjes en groene randjes. Heel apart.
Ik mocht meestal draaien terwijl mijn moeder deskundig de bonen in de beide openingen liet verdwijnen. Mijn vingertjes mochten vanzelfsprekend niet mee. Ja soms werkten we goed samen in onze "haute cuisine".
Een ander spektakel vond plaats bij het naderen van Palmzondag. Mijn vader, graag haantje de voorste, begon op een laagje bloem deeg te kneden, uit te rollen en opnieuw te kneden. Hij had daar als bakker ook zeer geschikte handen voor. Daarna begon hij met het vormen van de "paashaasbroodjes" . Hoe hij dat deed vond ik knap en ik dacht aan boek Genesis hoe God de Vader daar de eerste haantjes en kippetjes boetseerde, zodat een ei later volstond.
Dan ging er wat slijmerig eigeel oven, gaf hij ze tijd om wat dikker te worden en gingen ze vervolgens in de oven, waar ze na enige tijd bruin en knapperig uit tevoorschijn kwamen. En zo'n lekkere geur verspreidden. Ik mocht er dan een opeten. Dat deed ik met mijn ogen dicht, want dat hoofdje afbijten deed ook mij pijn. Je kon zo'n haantje ook boven op een versierde Palmpasenstok doen en naar hongerige mensen brengen.

Ons tafelkleed was roodwit geblokt net als overal in Brabant. Meestal in zeilvorm, zodat het snel afwasbaar was. Mijn moeder schilde daarop eigentijdse eigenheimers die toen nog rechtstreeks uit de klei getrokken waren. Vaste gast was dan oom Fanus, een dakbedekker van kerken, die graag op de koffie kwam. Een wat stuurse man die dan een klaaglied citeerde over zijn leven elders. Niet zo leuk voor tante Annie, die naast haar 3 kinderen ook een Duits weesjongetje had geadopteerd. Tante Annie stierf helaas jong, waardoor oom Fanus meer in de Dolomieten dan aan onze geblokte keukentafel zat ( al weet ik dat niet helemaal zeker ).

Soms als mijn vader boos was moest de keukentafel het ontgelden en stond deze te trillen op haar pootjes. Ik vond hem dan veel hebben van een rare snijboon ( beetje krom, beetje plat, beetje breed en heel erg luidruchtig ). In de winter kwam het door het openstaande bovenlicht veel koude lucht op de tafel, die alleen maar een kleedje aanhad. Ik leefde dan mee omdat ik onder datzelfde raam in bad moest.
Haiku:
een rare snijboon
daar op de keukentafel
gehakt van gemaakt.
Omwenteling.
Of ik lid wilde worden van de boekenclub ? Ja, dat wilde ik wel, altijd op zoek naar onontdekte gebieden en activiteiten. En alle dames konden ook mooi zingen, zo begreep ik. En zo meldde ik mij op de eerste avond bij Jolanda en haar geliefde Circe. Heerlijk, want mythologie is echt mijn ding. In het boek zelf werd veel verslonden ( zoals de eigen kinderen ) en dus verslond ik het boek. Ik raakte in de ban van Madeline Miller en las hoe zij voor Achilles een lied had gezongen. Dat smaakte daar meer en Mythen en Odysseus ( die het gedaan had met Circe ) van Stephen Fry volgden. Wat een avonturen ! Wat een reis !
Vervolgens kwam Janneke in beeld die mij een Lift naar de Hemel aanraadde. Daar ontdekte ik dat de gereformeerde kerk totaal niet leek op de Olympus. Wel voelde ik mij diep verbonden met het mishandelde kalfje.
Nu was lezen niet echt mijn ding. Mede omdat ik al zoveel romans in eigen beheer doorleefd had, anderzijds omdat ik er na een tijdje moe van werd.
Neem Storytell, zei Eugenie en dat beviel goed, te goed. Niet gehinderd door mouches in mijn oren hoorde ik Sander Schimmelpennik de domheid van rechtse elite op de hak nemen, Iris de Graaf haar vlucht uit haar Grootmoederland Rusland beschrijven en vertelde Paolo Coelho, een bekende alchemist over de wankele balans tussen goed en kwaad in zijn boek: De duivel en het meisje.
Ook de Camino diende zich aan , daar had ook ik een stukje van gelopen. En in een lange stoet trokken de Bourgondiërs van Bart Van Loo aan mij voorbij. Ik las over de overeenkomst tussen het Habsburgse Huis en de Europese Unie ( Beter wordt het niet ). Ging mee naar huis met Kader Abdolah. En begaf mij op de Oostenrijkse narcissenvelden, waarover ik net een review heb geschreven. Ook een fijne activiteit.